De smarten van de menselijke ziel
• Liebster Jesu, hör mein Flehen – Johann Michael Bach
• Bone Jesu, care Jesu – Johann Kuhnau
• BWV 21 – Ich hatte viel Bekümmernis
Als voorganger van Bach als Thomascantor kan de waarde van Johann Kuhnau niet hoog genoeg worden ingeschat. Hij was organist, klavecinist en componist en werd door zijn tijdgenoten zoals Mattheson geprezen als een van de belangrijkste figuren in het muziekleven van zijn tijd. Hij onderwees Graupner en Heinichen en kan beschouwd worden als de eerste componist die expliciet sonates voor toetseninstrumenten schreef. Een heel belangrijke schakel om nog beter de muziek van Bach te kunnen begrijpen. Het bekoorlijke motet ‘O bone Jesu, o chare Jesu’ voor 2 violen, sopraan en basso continuo illustreert zijn eerder ‘oudere’ compositiestijl en zijn initiële zoektocht naar tekstuele affectverklanking. Een mooie barokke on-ontdekte parel!
En deze twee composities vormen een schitterende prelude tot de monumentale cantate BWV 21 – Ich hatte viel Bekümmernis. Deze 11-delige compositie beschouwde Bach zelf lange tijd als zijn meesterwerk waarin hij al zijn toenmalig compositorisch kunnen etaleerde. Door zijn lengte en grote bezetting neemt deze cantate oratorium-achtige proporties aan. Met name de manier waarop hij de tekst verklankt, is indrukwekkend.
Artistieke leiding: Bart Naessens
Zang:
- Sopraan: Griet De Geyter (solo) – Elisabeth Hermans
- Alt: Bart Uvyn (solo) – Kerlijne Van Nevel
- Tenor: Reinoud Van Mechelen (solo) – Govaart Haché
- Bas: Tiemo Wang (solo) – Arnout Malfliet
Orkest:
- Viool1 Annelies Decock
- Viool2 Elise Van Der Wel
- Viola Kaat De Cock
- Cello Bernard Woltèche
- Violone Elise Christiaens
- Hobo Dymphna Vandenabeele
- Tromba 1 Paul Voet
- Tromba 2 Elena Torres
- Tromba 3 Denis Lebon
- Timpani Jan Huylebroeck
- Cembalo NN
- Organo: Bart Naessens
Reacties zijn afgesloten