Na het beëindigen van zijn studies met onderscheiding in het Royal College of Music in Londen, was de contratenor Clint van der Linde als solist reeds te horen in vele concertzalen, zoals: Carnegie Hall (US), Lincoln Centre (US), Tanglewood (US), Royal Albert Hall (Londen), Suntory Hall (Japan), Concertgebouw Amsterdam, Bozar, Queen Elizabeth Hall (Londen), St Martins in the Fields en Crown Hall (Jerusalem). Hij zong onder leiding van heel wat gerenommeerde namen: Masaaki Suzuki, Stephen Layton, Sir Roger Norrington, Frieder Bernius, Nicholas Kraemer, Stephen Cleobury, Peter Schreier, George Petrou, Wolfgang Katchner, Gerhard Korsten, Kazushi Ono, Jan Willem de Vriend, Lawrence Cummings, Paul Dombrecht and Nicholas McGegan.
Bart Uvyn studeerde zang aan het Lemmensinstituut en het Koninklijk Conservatorium Den Haag. Hij zingt bij verschillende ensembles, zoals Currende, Aequalis, Collegium Vocale. Als solist zingt hij zowel in binnen- als buitenland voornamelijk oratoria.
Jonathan De Ceuster studeerde zang aan de conservatoria van Brussel en Antwerpen en in de Royal Academy of Music in Londen. Hij is actief als ensemblezanger bij verscheidene barok-en renaissance ensembles waaronder Akademia, Ex Tempore, Amsterdam Baroque Choir, Collegium Vocale Gent, Currende en vele andere. Als solist stond hij op de scène van de operahuizen van oa. Antwerpen, Gent, Düsseldorf, Strasbourg en Genève waar hij vooral wereldpremières bracht van hedendaagse composities. www.jonathandeceuster.com
Kerlijne Van Nevel is mezzo-sopraan studeerde aan het Lemmensinstituut bij Marianne Vliegen, Lieve Jansen en Dirk Snellings. Daarna ging ze naar Den Haag en specialiseerde daar in de oude muziek, waar ze les kreeg van Barbara Pearson, Peter Kooij, Michael Chance en Jill Feldman. Zij zingt regelmatig in het ensemble Currende o.l.v. Erik Van Nevel, het ensemble Psallentes o.l.v. Hendrik Vanden Abeele en het ensemble Vox Luminis o.l.v Lionel Meunier. In 2006 richtte zij samen met drie mede-studenten een kwartet op dat als ‘Encantar’ werd gedoopt. Deze vier jonge zangeressen concentreren zich vooral op polyfonie uit de 14de, 15de en 16de eeuw die zij meestal a capella brengen.